Zomer 2014: single en geen zin om alleen op vakantie te vertrekken. Via Google en te dure groepsreissites belandde ik op een
reisforum en plaatste ik een zoekertje. Uiteindelijk sprak iemand anders mij aan of ik geen interesse had om
met zijn groepje naar Noorwegen te trekken.
Na een drankje om elkaar eens te ontmoeten en af te toetsen of we qua reisidee wel op eenzelfde golflengte zitten, besloot ik om de sprong te
wagen en zonder enig hikingmateriaal of ervaring 8 dagen Hardangervidda hiking te ondernemen. Het bleek voor mij een schit in de roos te zijn: ik
heb van deze reis enorm genoten: het rustige reisgezelschap en vooral de prachtige natuur en back-to-basics en gewoon drinken van stromende ijswaterbeekjes
gaven me een enorme boost dat ik de jaren nadien telkens terug naar Scandinavië zou trekken.
Maar eerst het reisblog voor de zomer van 2014: Hardangervidda: noord-west
Met een goedkope Ryanair-vlucht vanuit Charleroi naar Oslo Rygge-Moss gevlogen. Daar meteen de bus Rygge-Expressbus naar Oslo centrum genomen (180 NOK enkele rit met de VISA-kaart) en al genieten van de landschappen onderweg. De vlucht was vrij laat zodat we een hostel in Oslo hadden geboekt om de eerste nacht door te brengen: het Anker Hostel met een heel internationaal personeel en publiek. De kamers waren in orde, vrij klein, maar een stapelbed, een douche: wat wil je nog meer als je 's anderdaags toch om 5u20 al op wilst staan om de eerste trein naar het wandelgebied te nemen? Een rustige nacht! De straatkant heeft veel verkeer en nachtlawaai, de achterkant was rustiger en daar sliepen wij: toch last van de meeuwen die de hele nacht lawaai maakten!
Nu ja, misschien was het ook wel de stress van het onbekende en het avontuur die me wakker hielden. We checkten om 5u45 uit en wandelden rustig in een stil Oslo naar het treinstation: de avond voordien hadden we er iets goedkoper de treintickets gekocht. Het systeem minipris kan wel voordelig zijn: hoe minder mensen een treinticket geboekt hebben voor een specifieke trein, hoe goedkoper de prijs nog is. De treinen op een normaal uur waren pokkeduur en ook uitverkocht, zodat het deze hele vroege werd. Woensdagochtend 16 juli 2014 trein 6u43 Oslo richting Voss genomen om in Finse vier uur later uit te stappen. Zeer comfortabele treinen, met ruimte om te zitten, voor bagage, met een bar, toiletten, gratis wifi en oplaadcontacten. Onze Belgische NMBS kan hier echt wel een voorbeeld aan nemen.
We stapten uit in Finse; het voelde meteen wat kouder dan het zomerse temperatuurtje in Oslo en trokken een trui aan en namen de eerste foto's. In het Hotel Finse 1222 aten we onze laatste warme normale maaltijd: een rendierburger met patatjes en eieren. Best lekker. En een goeie cola met veel suiker. Het zou toch voor enkele dagen de laatste zijn, want tijdens het hiken en wildkamperen zouden we zakjes eten die we meegebracht hadden uit België: vriesgedroogde maaltijden waar enkel wat heet water bij moet en roeren maar!
Rond half twee startten we ons avontuur in de bergen. We volgden een grindpad Rallarvegen rond het gigantische meer Finsevatnet en waar
je niet met auto's kunt rijden. Finse is een treinstation waar je niet met de auto kunt raken: ideaal voor hikers om hun bergwandelingen te beginnen,
en voor ons dus ook.
We speelden, sprongen over de bruggetjes, en Kris wilde al eens zijn voeten natmaken en deed zijn schoenen uit om eens het zuivere ijskoude water te voelen.
Het tempo was vrij laag, en de laagjes kledij verdwenen want het werd echt wel warm in het zonnetje en door het wandelen.
We wandelden verschillende bruggen over. Kwamen een tegenligger tegen: een man die opweg was naar dat hotel Finse 1222 om te melden dat zijn vriend
zijn voet had omgeslagen in de bergen en gered moest worden. Even slikken met die realiteit, zeker als we enkele uren laten een helicopter hoorden
naar de plaats in de bergen waar wij naartoe wandelden.
Intussen spelen in de sneeuw, en duizend foto's maken over elke brug die we overwandelden: van gewone plank over wat water tot leuke hangbruggen
waar we met z'n allen over gingen tot we het bordje nadien zagen: één persoon per keer. We wandelden langs de noordkant van de Hardangerjøkulengletsjer.
Heel af en toe wandelden we over een stukje van de uitlopers van de gletsjer. Meestal waren het sneeuwvelden afgewisseld met rotsblokgebieden.
Het weer begon om te slaan in de late namiddag: het warme briesje en het zonnetje werden zwaar bewolkt, mistige regen en koude wind. Ook in die
vochtige mist was het rivieren oversteken en oppassen om niet uit te glijden op de gladde rotsformaties die we op en af klauterden.
Ik had het gevoel dat de gletsjerrivieren groter en kolkender werden, de bruggen groter en steviger om ons over te laten. De hangbrug op de foto was wel een mooie: stevig ding, maar je staat toch wel boven een moordende gletsjerrivier. Geen wonder dat er bordjes hingen dat je er een per een over moest steken.
Het was echt uitkijken voor een geschikte plaats: overal waar we wandelden was het ofwel rots, ofwel sneeuwveld, ofwel moerassig.
Naarmate de avond begon te vallen, was het uitkijken naar een geschikte plaats om de tenten neer te zetten. Bij een eerste twijfel, begon het
opeens te regenen zodat we noodgedwongen verder wandelden en de tijd bleef verstrijken. Uiteindelijk op een droog moment een redelijk plat stukje
gevonden, naast een smeltwaterbeekje, eigenlijk naast opnieuw een uitloper van de gletsjer, in een heel dun laagje mos, de pikketten in de grond gestoken.
Je ziet op de foto dat we met rotsblokken de tenten hebben vastgemaakt want ofwel was het te mossig zodat de pikketten niet bleven steken, ofwel had je
rots waar je gene pikket kunt insteken natuurlijk.
Nadat de tenten opstonden: een maaltijdzakje vullen met heet water, eten en gaan slapen. Het water kookte net om het laatste zakje te vullen toen het begon met regenen. En het
zou de hele nacht en ochtend en voormiddag blijven regenen.
Het regende de hele ochtend en voormiddag. Tijdens het half uurtje dat het droog was, hadden we in sneltempo de tenten afgebroken; er was geen tijd meer om water te koken, want het begon alweer te regenen; het werd een energiereep als ontbijt tijdens het wandelen.
We maakten van het droge moment gebruik om nog wat foto's van de omgeving te trekken en begonnen verder te wandelen. Grote rotsblokformaties
moesten we oversteken.
Telkens het even droog leek te worden, trok ik mijn jas uit; maar het bleef die dag erg koud zodat ik mijn fleece pull zeker
kon gebruiken. Dit was het enige moment tijdens de reis dat ik het gevoel had: als ik iets extra had willen meesleuren, dan waren het handschoenen.
Het landschap veranderde van rotsblokken waar we moesten overklimmen tot uitgestrekte gladde rotsformaties waar iedereen die dag wel eens op uitgegleden is en op de poep is gevallen. Geen gewonden. Het was stijgen en dalen. Op de lagere stukken, naast de meren, waar meer gras was, was het vaak moerassig. Eigenlijk was mos interessanter dan gras: mos was op rotsen = droge voeten. Gras is op aarde dus moerassig = natte voeten. Na een tijdje leer je het verschil wel herkennen. Door de regen hielden we weinig halt en hebben we een sneller wandeltempo aangenomen.
We daalden af langs een waterval helemaal tot
Rembesdalsseter, de eerste DNT-berghut.
Je kon er overnachten, je kon er voedsel kopen; voor een forfaitair bedrag kon je er ook je gewoon komen opwarmen en je eigen voedsel opwarmen.
Het reisgezelschap met natte schoenen heeft er boven de kachel ook zijn schoenen wat proberen te drogen. Toch besloten we bij de opklaringen in de
late namiddag om toch verder te trekken. We wandelden rond het Rembesdalsvatnet naar het oosten en zuidwaarts het pad volgend, nog steeds met
uitzicht op dat meer en dus in de verte de hut, zetten we onze tent op. Net naast een stuk gletsjer, op een licht hellend stukje droog gras. Je hoorde
het smeltwater naast je stromen; de hele nacht droomde ik dat ik naar beneden viel: het verwerken van alle klims en afdalingen op de gladde rotsen
was voer voor de droomwereld.
De ochtend begon stralend: ideaal om alles wat toch nog min of meer vochtig was, te laten drogen in het zonnetje op de rotsen. Intussen een rustig ontbijt gemaakt en genoten van de omgeving en gewoon wat gelegen in het zonnetje ook.
De positieve toon was gezet; in een van de sneeuwvelden die we passeerden, lieten we een spoor achter voor de achterliggende Duitsers: een groepje
dat we enkele keren voorbij staken maar dat verplicht in de hut van Rembesdalsseter moest overnachten omdat de weersomstandigheden te gevaarlijk
waren voor minderjarigen.
Het was was fijn terug te genieten van de bergen, in een zonnetje, korte broek. Zo'n regendag kan er wel eens bij, maar twee na elkaar zou iets
van het goede teveel geweest zijn.
Wandelen op de rotsen. Nog wel sneeuwvelden, maar minder uitgestrekt en geen uitlopers meer van de gletsjer: dat gedeelte was definitief achter de rug. We kwamen wel meer en meer moerassige gebieden tegen waar we soms eens nat uitkwamen of veel tijd staken in het rondlopen ervan.
Na een heerlijke nachtrust en een zalig zonnetje begon dag 5: de grote weg oversteken en een rivier oversteken, een rivier die iets verder stroomafwaarts een gigantische toeristische trekpleister veroorzaakte: de Vøringfossen waterval. Na de rivier over te steken volgede er een steile klim om vervolgens het echte Hardangerviddapark binnen te wandelen.
Wat we tot nu toe hadden gewandeld, was het gebied rond de gletsjer. Vanaf nu zou er het echte Hardangervidda zijn. Niet dat je dat merk in het landschap hoor. Behalve aan de hellingsgraad van de bergen: het is een 8000m² beschermd natuurgebied. Een hoogvlakte noemen sommige websites het. Vlak is het er niet, maar in tegenstelling tot de voorgaande dagen: PLAT! Het is een plateau met een minder steil gebergte op. Eigenlijk ideaal voor ons niveau. Wat we de voorgaande dagen gedaan hadden, was voor experts, lol, bevestigde iedereen die we tegenkwamen en waar we tegen zeiden vanwaar wij kwamen!
Kris was met enorme spier- en gewrichtspijnen in de knieën opgestaan. Toch hebben we de tocht voortgezet, aan een trager tempo, maar toch met grote ogen van bewondering want de pijn moet ondraaglijk geweest zijn die zaterdag! We hadden even zijn rugzak wat verlicht zodat de klims iets draaglijker konden zijn.
Doordat we een iets trager wandeltempo hadden aangenomen, genoten we meer van de omgeving. Onze wandeling bleef flirten met de boomgrens: dan zaten we er weer tussen en was de schaduw welgekomen, dan weer zaten we hogern in het struikgewas. Deze afwisseling bleef komen. Daarna bleven net hoger dan die boomgrens zodat het vooral graslanden waren. We passeerden de hutten van Berastol: onbemande DNT-hutten waar je op voorhand voor moest reserveren dan kon je een sleutel hebben om die te gebruiken. Net voor we daar de brug overstaken, hebben we een uurtje genoten van het zonnetje want de hitte begon toch echt wel door te dringen dat we het rustigeraan moesten doen.
Kris was met enorme spier- en gewrichtspijnen in de knieën opgestaan. Toch hebben we de tocht voortgezet, aan een trager tempo, maar toch met grote ogen van bewondering want de pijn moet ondraaglijk geweest zijn die zaterdag! We hadden even zijn rugzak wat verlicht zodat de klims iets draaglijker konden zijn.
Doordat we een iets trager wandeltempo hadden aangenomen, genoten we meer van de omgeving. Onze wandeling bleef flirten met de boomgrens: dan zaten we er weer tussen en was de schaduw welgekomen, dan weer zaten we hogern in het struikgewas. Deze afwisseling bleef komen. Daarna bleven net hoger dan die boomgrens zodat het vooral graslanden waren. We passeerden de hutten van Beristol: onbemande DNT-hutten waar je op voorhand voor moest reserveren dan kon je een sleutel hebben om die te gebruiken. Net voor we daar de brug overstaken, hebben we een uurtje genoten van het zonnetje want de hitte begon toch echt wel door te dringen dat we het rustigeraan moesten doen.
Na de middagpauze ging de wandeling verder door graslanden met hier en daar wat modderpoelen om te trotseren.
We daalden weer onder de boomgrens. De schaduw deed goed in die hitte. Opeens wandelden we tussen de varens; hoe snel een landschap toch kan
veranderen als er eens bomen komen.
We liepen een tijdje langs een rivier met groot verval: heerlijk dat kolkende water naast je! We staken de brug over en bezochten de hut van Vivelid.
Er had ene uit ons gezelschap wel zin om ook daar te overnachten, maar eigenlijk hoefde dat niet he. Dus wat fruit en cola ingeslagen en de brug
terug overgestoken en na een half uurtje zoeken een geschikte kampeerplaats gevonden.
We hebben er ons in de rivier waar ze rustiger was, gewassen. Geeft een tof groepsgevoel. Na ons vriesgedroogd zakje hadden we ooks zakjes
Royco soep gemaakt: de luxe die de hut ons niet zou hebben gegeven. Een eerste keer wel last gehad van muggen hier.
We waren vroeg opgestaan, zonder ontbijt om meteen al wat kilometers afgelegd te hebben en zo een pauze functioneel te gebruiken.
Heerlijk zonnig weer opnieuw. Nu zouden we naar Stavali stappen,toch zo'n 17km. Als we een brug moesten overgaan, maakten we meestal van die
gelegenheid gebruik om de drinkflessen bij te vullen.
Nadat we de grotere rivier waren overgestoken, was het opnieuw stijgen: we verlieten de bomen en het was opnieuw rots en mos al wat de klok slaagt.
Daarna wandelden we tussen twee grote meren door, telkens het struikgewas strelend op de verbrande benen. Zeker langs één van de grote meren die we toen
omliepen, waren er veel moerasgebieden. Toen ging het weer omhoog en mochten we nog eens over wat sneeuwvelden! De sneeuw was aan haar laatste eind:
op een plaats ben ik er met één been doorgezakt. Maar ik kon men been er wel snel terug uithalen dus geen gewonden!
Sneeuw- en graslanden wisselden zich af als we van het ene meer naar het andere liepen.
Er werd nog eens in een hut overnacht: de hut van Stavali: een slaapzaal met acht
bedden was de onze, dus we konden ons sociaal profileren. We raakten er aan
de praat met een Deens trio, studenten, die zonder voedsel en puur op de vruchten van de natuur de tocht doorheen Hardangervidda aan het ondernemen
waren. Allez vooral een meisje had dat idee en wilde doorzetten; de twee vrienden van dat meisje waren uitgehongerd en zagen het niet meer goed zitten
en gingen bij de bewoonde wereld de tocht toch onderbreken.
We gaven ze enkele zakjes vriesgedroogde maaltijden want we gingen er toch op overschot hebben door die enkele hutten die we aangedaan hebben.
Eigenlijk was deze hutovernachting een beetje zonde: geen toilet, geen douche, geen verse warme maaltijd. Je moest water halen in de rivier waar we die dag overgestoken waren. Maar een zachte matras of het slaapmatje.. de keuze was gemaakt!
De laatste hikedag: de afdaling naar Kinsarvik, waar we langs een waterval 1000 meter zouden afdalen. We kwamen er dagjestoeristen tegen want Kinsarvik ligt aan een autoweg, dus de toerist is in de buurt. Ook honden zodat we de waterzuiveraar voor het eerst echt wel gingen gebruiken als we ons vriesgedroogd zakje 's middags wilden bereiden.
Snel waren we buiten adem, want we waren opnieuw beginnen wandelen zonder ontbijt en louter op een energiereep. De tocht wordt stijgen en dalen over een degelijk aangeduid en bewandelbaar pad. Veel rotsen in de hellende delen: je merkt dat we aan de rand van het plateau komen want Kinsarvik ligt in het dal van het plateau van Hardangervidda.
In de verte zagen we de eerste waterval (van vier) die we van alle kanten gefotografeerd hebben. Naarmate we dichter kwamen, zag je de echte kronkelingen van die waterval: een gigantisch beest dat een rivier ingleed en een nieuwe waterval veroorzaakte. Heerlijk om dat geweld van water te zien. We zochten een wespenvrij plaatsje om ons ontbijt, het was intussen al middag, op te eten, met zicht op deze waterval. Het water voor onze vriesgedroogde maaltijden filterden we dit keer wel, want we waren intussen al 10x toeristen met honden in het water tegengekomen.
We volgden het wandelpad naar beneden en kwam een derde waterval van deze rivier tegen: breed met een hoogteverschil die je je bij de echte knappe watervallen voorstelt. De vierde waterval was een grote stroomversnelling, niet zozeer in hoogte indrukwekkend. We waren in Kinsarvik aangekomen.We volgde de bosroute om naar het dorpje te gaan. Daar konden we nog net een kampeerplaats bemachtigen op de drukke camping: we aten nog een zakje vriesgedroogde maaltijd en niet alleen had Kris nog Royco-soep voorzien, maar ook chocomousse in zo'n vriesgedroogd pakske! Als extraatje dronken de bierliefhebbers waaronder schrijvende, eindelijk nog eens iets van alcohol.
We namen de dag nadien de eerste bus naar Geilo.
Onderweg moesten we plots van bus wisselen maar die wachtte op ons. In Geilo hadden we 10 minuten om het treinstation te vinden, tickets te kopen en
op de juise trein te springen. We hadden daar blijkbaar toch nog de energie en conditie voor.
De trein bracht ons terug naar Oslo waar we 2u30 hadden alvorens we terug de bus op moesten om naar de luchthaven te gaan en het vliegtuig te nemen.
Te weinig tijd om echt de toeristische plaatsen op te zoeken, dus liepen we rond in beruchte parken met landlopers en in de buurt van met-graffiti-versierde gebouwen.
Zoals ik op de laatste foto schreef: Ryanair maakte het in 2014 mogelijk om me goedkoop een reis te laten maken naar een duur land en bezorgde me een ervaring die ik nooit zal vergeten. Dank je wel!